Tinus van Doorn
"De verliefden"
TINUS VAN DOORN
Padang, Sumatra 1905-1940 Ukkel
DE VERLIEFDEN, OF MASKERS
1939
Olieverf op doek
80 x 120 cm.
Literatuur: E. Slagter, Tinus van Doorn 1905-1940. Kunstenaar van het verloren paradijs, Heerenveen 2005, p. 55 cat. nr. 83 (ill.).
Tentoongesteld: Heerenveen (Museum Belvédère), Tinus van Doorn 1905-1940. Kunstenaar van het verloren paradijs, 09-09-2005-21-11-2005; Galerie van Voorst van Beesd, Voorjaar 1998.
Naarmate Van Doorns wanhoop toenam, kon hij zijn schilderijen niet meer bevolken met figuren die, één met de natuur, op het land werkten. Halverwege de jaren dertig schilderde hij zijn figuren als verstijfd tegen een dreigende duisternis. Uiteindelijk schilderde hij zelfs geen gezichten meer, maar bedekte hij hun gezichten met surrealistische maskers. Op een schetsblad met een pentekening van Van Doorn, die aan de op dit schilderij afgebeelde figuren doen denken, schreef hij het vers ‘De Merel’ van Jan van Nijlen:
‘Wanneer in de eerste voorjaarsdagen
de merel roept,
is het weer mis.
Ik heb de kou,
den wind verdragen,
de sneeuw, den dooi,
de duisternis.
Nu hoor ik daaglyks
in den tuin
dit kort, klaar
en eentonig fluiten,
en ’k weet:
nu worden de olmen bruin,
en loopen de verliefden buiten.’