Quirijn van Tiel
"Boerenpaar, 1935"
QUIRIJN VAN TIEL
Rotterdam 1900-1967 Rhoon
BOERENPAAR
1935
Olieverf op doek
80,5 x 91 cm.
Gesigneerd en gedateerd r.o.: ‘Quirijn van Tiel 35’
De uitnodigingskaart van Kunstzaal van Lier voor de tentoonstelling in okt./nov. 1935 ‘Boer en boerin’ kwam na de oorlog uit N. Indiё bij de kunstenaar terug, van de onder- en zijkant was een strook afgesneden.
Prijs op aanvraag
Herkomst: Nederland, Particuliere collectie; H. Horman, Krabbendijke; gekocht van de kunstenaar.
Tentoongesteld: Rotterdam juli 1935 R ‘33, Notarishuis, (in bespreking van deze tentoonstelling in het Rotterdams Nieuwsblad wordt een triptiek ‘Boeren van Voorne en Putten’ genoemd). Amsterdam oktober -november 1935, Kunstzaal van Lier; Rotterdam 1970, Quirijn van Tiel, Museum Boymans –Van Beuningen.
Literatuur: J.C. Van Ebbinge Wubben, Quirijn van Tiel 1900-1967. Schilderijen en tekeningen, Rotterdam 1970, cat. nr. 4., Daarinde Myers, Quirijn van Tiel 1900 - 1967 Leven en werk, Blaricum 2019, p.108, cat. nr. 1935-10.
Quirijn van Tiel begon zijn schildersloopbaan omstreeks 1920 als expressionistisch schilder onder invloed van het Vlaamse expressionisme van Permeke. Zijn onderwerpen vond hij rond Rotterdam en op de Zeeuwse eilanden: ietwat sombere schilderijen met zware wolken boven verlaten polders. Veelgebruikt motief waren ook dieren en met hun land vergroeide boeren. Na 1936 ging hij over tot een primitief surrealistische stijl en is in zijn werk vrijwel steeds een mengeling van symboliek, poëzie en realisme aanwezig. Onder invloed van Rouault komt hij later tot het schilderen van figuren met zware contouren. Na de oorlog leidden zijn stijlexperimenten tot een abstract-expressionisme, om uiteindelijk uit te komen bij een geometrische vormentaal.