Quirijn van Tiel
"Clown op rood palet"
QUIRIJN VAN TIEL
Rotterdam 1900-1967 Rhoon
CLOWN OP ROOD PALET
1939
Olieverf doek
90 x 90 cm.
Gesigneerd: verso
Literatuur: D. Myers, Quirijn van Tiel: Leven en werk, 2019, p. 133 nr. 1939-04
Carel Willink wordt ook wel gezien als de vader van de Nieuwe Zakelijkheid en het Magisch Realisme. Willink had verschillende moderne stijlen doorlopen voordat hij in de jaren dertig uitkwam bij zijn bekende neoclassicistische stijl, waarin hij klassieke architectuur en beeldhouwkunst opnam. De ontzielde werelden met lege gebouwen en verlate straten vormen het hoogtepunt van het Magisch Realisme. De schilderijen zijn koel en afstandelijk, de donkere dreigende luchten scheppen een beklemmende en depressieve sfeer. De tegenwoordig veel minder bekende kunstenaar Quirijn van Tiel kwam op de tentoonstellingen van hun beider werk bij de Amsterdamse Kunstzaal van Lier in aanraking met Willinks schilderijen. In tegenstelling tot Willink maakte Van Tiel echter ook geregeld schilderijen waarin hij een wereld schiep die goedaardiger was dan de werkelijke. Al schilderend bood hij een tegenwicht voor de onzekere tijd van crisis en oorlog. Lichtvoetig werden zijn schilderijen daarmee allerminst: er werd ook wel gesproken van een ‘ietwat zwaarmoedig Arcadië’.
‘Fantastisch onraad’ was wat meerdere kunstenaars probeerden te verbeelden. Van Tiels schilderij van de clown voldoet geheel aan deze mooie omschrijving. Het eerste wat in het oog springt is de grote clown. Hij is met een ernstige blik, steunend op een wandelstok, gezeten op een schilderspalet. Het vreemde groene hoedje dat hij draagt, gecombineerd met de blonde haardos en de gouden oorhanger, contrasteren sterk met de gezichtsuitdrukking van de clown. Het schilderspalet is op een boom gespietst, waaraan twee zware ijzeren ringen hangen die een bloem dragen waarvan twee bladeren naar beneden dwarrelen.
De bloem hangt boven een schaal met druiven. Rechtsonder het palet is een boomwortel te zien met een minuscuul hekje, te klein eigenlijk voor de rest van de compositie. Echter, als we de wortel naar links volgen, komen we uit bij een kleine kooi die op dezelfde schaal is geschilderd als het hekje. Een uithangbordje– let ook op de fijne bevestiging van dit bordje aan het palet – verwelkomt de kleine bezoeker om de kooi binnen te gaan langs de witte vitrage, waar hij een hart met een gat erin aantreft, omgeven door een wit boordje. Achter de kooi loopt het pad door, waar de kleine wandelaar langs de reusachtige clown, een rode bal en een dierlijk figuur loopt. Hij zal uitkomen bij een wit doek dat met palen boven de grond is gespannen. Kan hij de doek gebruiken als trampoline? Kan hij opspringen naar de maan? Kan hij de clown zo bereiken?